Wanneer een koe ziek is en antibiotica krijgt, moet de boer deze melk apart opvangen. Deze melk komt dus niet in de koeltank terecht. De melk die opgehaald wordt bij de boer wordt continu streng op antibiotica gecontroleerd. De chauffeur van de melkwagen test de melk op antibiotica voordat deze wordt gelost bij de zuivelfabriek. Melk waarin antibiotica worden aangetroffen wordt niet gelost. Daarnaast worden alle melkmonsters uitgebreid onderzocht in een laboratorium, onder andere op antibiotica. Zo worden in Nederland jaarlijks meer dan 2 miljoen testen op antibiotica in melk uitgevoerd. Als er antibiotica in de melk wordt gevonden, worden alle kosten verhaald op de melkveehouder en krijgt deze ook een flinke boete. Dat zijn geen kinderachtige bedragen.
Het gebruik van antibiotica in de melkveehouderij is tussen 2009 en 2018 met maar liefst 47% afgenomen. Dat blijkt uit cijfers van de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa). Nederland loopt hierin voorop en de Nederlandse regering pleit ook internationaal voor maatregelen om zorgvuldiger te zijn met het gebruik van antibiotica bij dieren.
Het gebruik van groeihormonen in de veehouderij is verboden. Niet alleen in Nederland maar ook in de rest van Europa. Ook ligt er een verbod op het importeren van zuivel van dieren die wel extra groeihormonen hebben gehad.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert vlees, vis, eieren en melk op de aanwezigheid van hormonen en andere verboden stoffen. Ook controleert de NVWA bij bedrijven waarvan ze vermoeden dat de dieren verboden stoffen krijgen. Dat is namelijk strafbaar.